Initiatiefwetsvoorstel Print E-mail
maandag 12 augustus 2013
Artikel Index
Voorgeschiedenis
Oorspronkelijke inhoud
Behandeling Tweede Kamer
Behandeling Eerste Kamer
Inhoud initiatiefwet
Integratie in structuurvoorstel
Inhoud na integratie
Beoordeling

Oorspronkelijke inhoud

De belangrijkste bepalingen van het oorspronkelijke initiatiefwetsvoorstel Koser Kaya / Blok waren :

  • De gepensioneerden van bedrijfstakpensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen krijgen, evenals de werknemers, een wettelijk afdwingbaar recht op vertegenwoordiging in de besturen van hun fondsen.  De gepensioneerden en de werknemers zijn daarbij vertegenwoordigd evenredig aan hun aantallen binnen het fonds. Wanneer de betrokken partijen bij het fonds het daarover eens zijn, kan een ander verdelingscriterium gekozen worden zoals de toe te rekenen vermogens (regelend recht).
  • Het recht op vertegenwoordiging in het bestuur van hun fonds wordt voor de gepensioneerden gerealiseerd, hetzij doordat het fondsbestuur op eigen initiatief hiertoe een besluit neemt, hetzij doordat een meerderheid van de gepensioneerden zich daarvoor uitspreekt in een schriftelijke raadpleging met een respons van ten minste 10%. De uitslag van de raadpleging heeft geen gevolgen voor het al dan niet voortbestaan van de deelnemersraad bij het pensioenfonds.
  • De pariteitsbepalingen voor de besturen van de bedrijfstakfondsen worden gelijkgetrokken met de pariteitsbepalingen uit de oude en nieuwe wetgeving voor de besturen van de ondernemingspensioenfondsen. Dit houdt in dat de vertegenwoordigers van de werknemers en van de gepensioneerden tezamen recht hebben op ten minste evenveel zetels als de vertegenwoordigers van de werkgevers (regelend recht). Hierdoor is het mogelijk dat de betrokken partijen in een pensioenfonds afspreken dat de nieuwe vertegenwoordigers van de gepensioneerden niet in de plaats van, maar naast die van de werknemers komen. Tevens kan hierdoor woorden afgesproken dat in het bestuur van een fonds het aantal vertegenwoordigers van de werkgever(s) wordt vastgesteld op minder dan de helft wanneer bij voorbeeld de risico’s van de werkgever(s) in de pensioenregeling belangrijk zijn beperkt.
  • Bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen worden verplicht om op verzoek van gepensioneerden of een vereniging van gepensioneerden mee te werken aan de verstrekking van informatie aan de gepensioneerden van het fonds over het voornemen tot oprichting of over het bestaan van een vereniging van gepensioneerden.
  • Een minderheid van ten minste 10% van de leden van de deelnemersraad krijgt een recht van beroep bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam. Hierdoor krijgt een minderheid (zoals gepensioneerden, werknemers bij inkrimpende fondsen, jongeren of vrouwen) de mogelijkheid door een gerechtelijke procedure te laten toetsen of door het bestuur de wettelijke verplichting tot evenwichtige belangenbehartiging voldoende inhoud is gegeven.

Naar aanleiding van het in de voorgeschiedenis genoemde wetsvoorstel Giskes heeft de Raad van State in 2002 reeds een advies gegeven over het principe van vertegenwoordiging van gepensioneerden in de fondsbesturen. De Raad van State gaf als oordeel  dat er voldoende reden bestaat voor een wettelijke verplichting tot een vertegenwoordiging van de gepensioneerden in het bestuur van hun pensioenfonds. Het wetsvoorstel Koser Kaya / Blok is grotendeels op dit advies  gebaseerd. 
   

© http://nypels.nl, powered by Mambo, Designed by Carel Nypels and SiteGround