Initiatiefwetsvoorstel Print E-mail
maandag 12 augustus 2013
Artikel Index
Voorgeschiedenis
Oorspronkelijke inhoud
Behandeling Tweede Kamer
Behandeling Eerste Kamer
Inhoud initiatiefwet
Integratie in structuurvoorstel
Inhoud na integratie
Beoordeling

Beoordeling

De strekking van het tweede medezeggenschapsconvenant is uiteindelijk op verzoek van STAR en CSO in de Pensioenwet opgenomen. Daardoor kregen de gepensioneerden van vele ondernemingspensioenfondsen wettelijk de mogelijkheid voor vertegenwoordiging in het fondsbestuur te kiezen. Maar dit keuzerecht gold niet voor alle ondernemingspensioenfondsen en de keuze was niet in alle gevallen waarin wel gekozen mocht worden, bindend. De gepensioneerden van de bedrijfstakpensioenfondsen kregen volgens het convenant en de Pensioenwet in het geheel geen mogelijkheid om voor vertegenwoordiging in de fondsbesturen te kiezen. En bij deze fondsen is juist de overgrote meerderheid van de gepensioneerden in ons land aangesloten. Uit de eindevaluatie van het tweede medezeggenschapsconvenant bleek dat van alle gepensioneerden van ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen tezamen 70% niet was vertegenwoordigd in de besturen van hun fondsen. Voor hen bleef de rechtsongelijkheid ten opzichte van de werknemers geheel bestaan. Voorts gaf dit een belangrijk verschil in rechtspositie tussen de gepensioneerden van de verschillende pensioenfondsen.

Om deze onrechtvaardigheden weg te nemen was verdergaande wetgeving nodig. Hierin werd binnen de bestaande fondsstructuren voorzien door de initiatiefwet Koser Kaya / Blok, die op 1 juli 2013 in werking trad.  Maar de parlementaire behandeling hiervan heeft ernstige vertraging ondergaan. Na het langdurig gevecht hiervoor is de inwerkingtreding echter ten principale een essentiële stap vooruit! Momenteel is de inhoud van de initiatiefwet ook grotendeels verwerkt in de wet voor de algehele herziening van de bestuursstructuur van pensioenfondsen (Wet versterking bestuur pensioenfondsen; zie hoofdstuk Pensioenwet, pagina Structuurwijziging). Hiervan treden de artikelen met betrekking tot de fondsorganen op 1 juli 2014 in werking. De initiatiefwet heeft hierdoor in feite het karakter gekregen van voorloper op de structuurwet. Ergerniswekkend is evenwel dat naar "goed Hollands gebruik" in deze laatste wet toch weer op de rechten van de gepensioneerden wordt beknibbeld:

In afwijking van de initiatiefwet kent de Wet versterking bestuur pensioenfondsen immers een maximering van het aantal zetels voor de vertegenwoordigers van de gepensioneerden in de paritaire fondsbesturen en in de belanghebbendenorganen. Hiervoor bestaan geen objectieve gronden. Deze eenzijdige maximering duidt op een selectief wantrouwen van de wetgever ten opzichte van de groep gepensioneerden. In oktober 2009 is evenwel een rapport van de Nederlandsche Bank verschenen. Het rapport kwam tot de conclusie dat de Nederlandse pensioenfondsen zich bij hun beleggingsbeleid primair laten leiden door de belangen van de werkenden en niet door die van de gepensioneerden. Verondersteld werd dat dit te maken kon hebben met de samenstelling van de besturen van de bedrijfstakfondsen, waarin meestal de gepensioneerden niet vertegenwoordigd waren. Dit zou weer kunnen pleiten voor een eenzijdige maximering van het zetelaantal voor de werknemers. De initiatiefwet gaat echter uit van een zetelverdeling tussen de gepensioneerden en de werknemers op basis van evenredige vertegenwoordiging. Dat is een redelijk en objectief verdelingscriterium. Een consequente toepassing zonder een eenzijdige maximering van het zeteltal van welke groep dan ook, was daarom op zijn plaats.

De Stichting Pensioenbehoud heeft een tweetal deskundigen op het gebied van de Europese rechtspraak gevraagd hun oordeel te geven over de bepalingen uit het structuurvoorstel van de regering die eenzijdig het zeteltal voor vertegenwoordigers van de gepensioneerden maximeren. Het gaat om prof. mr. E. Myjer, oud-rechter Europese Hof voor Rechten van de Mens, en dr. H. van Meerten, advocaat en docent EU pensioenrecht VU. In hun eerste verkennende adviezen komen zij beiden tot de conclusie dat de bedoelde maximeringsbepalingen mogelijk op gespannen voet staan met de Europese regelgeving en rechtspraak (zie hoofdstuk Ouderenorganisaties, pagina Stichting Pensioenbehoud). Op die grond moet er ook rekening mee worden gehouden dat de regering genoodzaakt zal zijn om via een aanvullend wetsvoorstel (een zogenaamde novelle) deze bepalingen te schrappen.

Bovendien wordt het beroepsrecht uit de initiatiefwet node gemist voor het verantwoordingsorgaan, voor een minderheid van dit orgaan en voor een minderheid van het belanghebbendenorgaan. Het beroepsrecht beoogt een rechterlijke uitspraak te kunnen verkrijgen wanneer twijfel bestaat of aan de wettelijke plicht tot evenwichtige belangenbehartiging in het beleid van het pensioenfonds voldoende inhoud wordt gegeven. De omvang van de fondsorganen zal ook in de toekomst meestal gering zijn in verhouding tot de omvang van het verzekerdenbestand. Hierdoor zal het in het algemeen in de praktijk vrijwel onmogelijk zijn om  de diversiteit van het verzekerdenbestand in voldoende mate te weerspiegelen in de samenstelling van deze fondsorganen. In de nieuwe bestuursstructuur zal dat speciaal gaan gelden bij de pensioenfondsen met een professioneel bestuur omdat in die fondsen de belanghebbenden zelfs niet meer vertegenwoordigd zijn in dat bestuur. Voorts worden de bestuursbesluiten meestal met meerderheid van stemmen genomen; hierdoor is dus niet gegarandeerd dat die besluiten altijd evenwichtig zijn. Als gevolg van het voorgaande zal het belang van een beroepsrecht voor (de minderheid van) het verantwoordingsorgaan en voor de minderheid van het belanghebbendenorgaan in de nieuwe bestuursstructuur toenemen. Bij de evaluatie van de structuurwet dient overwogen te worden dit beroepsrecht alsnog toe te kennen. In fondsen met een paritaire bestuursvorm zou dit wellicht kunnen ten aanzien van bestuursbesluiten die afwijken van het oordeel dat het verantwoordingsorgaan over het bestuursbeleid heeft uitgesproken.



   

© http://nypels.nl, powered by Mambo, Designed by Carel Nypels and SiteGround