Initiatiefwet medezeggenschap in pensioenfondsbesturen in werking getreden |
maandag 1 juli 2013 | |
De vlag kan uit! Vandaag, 1 juli 2013, treedt de initiatiefwet van de oud-leden van de Tweede Kamer Koser Kaya (D66) en Blok (VVD) over de medezeggenschap van gepensioneerden in pensioenfondsbesturen in werking. De initiatiefwet heeft vooral betekenis voor de gepensioneerden van de bedrijfstakpensioenfondsen, waarbij 80% van hen is aangesloten. Deze gepensioneerden krijgen nu een wettelijk recht op vertegenwoordiging in de besturen van hun fondsen. (De gepensioneerden van ondernemingspensioenfondsen hadden al, zij het geclausuleerd, een dergelijk recht.) De inwerkingtreding vormt de bekroning van een langdurig gevecht om de gepensioneerden binnen de pensioenfondsen gelijke rechten op medezeggenschap toe te kennen als de werknemers. Dat gevecht begon al ruim 45 jaar geleden. Toen zijn hierover op 21 maart 1968 in de Tweede Kamer schriftelijke vragen gesteld met betrekking tot het pensioenfonds ABP. Een beknopt overzicht van dit langdurige gevecht is gegeven op de eerste pagina van hoofdstuk Initiatiefwetsvoorstel van deze website. Ten aanzien van de materiële inhoud heeft de initiatiefwet een directe werking. Dat betekent dat er met betrekking tot de samenstelling van de besturen vanaf 1 juli 2013 direct afdwingbare rechten bestaan, zij het dat daarbij uiteraard wat de realisering betreft redelijke termijnen in acht genomen moeten worden. Ook de verplichting voor de pensioenfondsen om mee te werken aan de verstrekking van informatie aan alle gepensioneerden over de bestaande belangenverenigingen, gaat direct in. Als de pensioenfondsen te traag zijn bij de invoering van de wet kunnen gepensioneerden naar de rechter gaan om invoering af te dwingen. Maar een gepensioneerde kan niet al op 2 juli naar de rechter gaan met de klacht dat hij of zij nog niet in het fondsbestuur is vertegenwoordigd. Hij of zij kan dat wel doen na een redelijke termijn. Wat een redelijke termijn is, bepaalt de rechter. Een samenvatting van de inhoud van de wet is eveneens opgenomen in hoofdstuk Initiatiefwetsvoorstel, op de pagina Inhoud initiatiefwet. Het verdient aanbeveling dat de betrokken partijen (organisaties van werkgevers, werknemers en ouderen) landelijk of per pensioenfonds op korte termijn afspreken dat de fondsbesturen op eigen initiatief voortvarend procedures ontwerpen en uitvoeren voor de benoeming van vertegenwoordigers van de gepensioneerden in de besturen. (Hierdoor wordt een schriftelijke raadpleging van de gepensioneerden over bestuursdeelname overbodig, hetgeen tijd en geld bespaart.) Op die manier kan er ook voor gezorgd worden dat in zoveel mogelijk pensioenfondsen de gepensioneerden vertegenwoordigd zijn in de besturen die straks na de hervorming van de bestuursstructuur moeten gaan kiezen welk bestuursmodel voor hun fonds zal worden toegepast. De inwerkingtreding van de initiatiefwet is het gevolg van de toezegging van het kabinet dat wanneer de parlementaire behandeling van het kabinetsvoorstel voor de algehele hervorming van de bestuursstructuur van pensioenfondsen op 1 juli 2013 nog niet zou zijn voltooid, de initiatiefwet alsnog eerst in werking treedt. Maar het valt te betreuren dat na de aanneming van het initiatiefwetsvoorstel door de Eerste Kamer in januari 2012 door de trage procedure van inwerkingtreding toch nog weer zoveel kostbare tijd verloren is gegaan. Gelukkig konden de fondsen zich in die periode wel mentaal voorbereiden op de invoering van de initiatiefwet. |