Pensioenwet |
woensdag 10 juli 2013 | |||||||
Pagina 1 van 5 MedezeggenschapHet wetsvoorstel voor een nieuwe Pensioenwet ter vervanging van de oude Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) werd in december 2005 bij de Tweede Kamer ingediend. Met betrekking tot de samenstelling van de besturen van pensioenfondsen kende het oorspronkelijke voorstel, evenals de oude Pensioen- en spaarfondsenwet, reeds de volgende bepalingen:
Op verzoek van de Stichting van de Arbeid (STAR) en CSO (ouderenorganisaties) is bij nota van wijziging de strekking van het tweede medezeggenschapsconvenant eveneens in de Pensioenwet opgenomen. Het gaat hierbij onder meer om de volgende bepalingen:
Volgens de oude en nieuwe wetgeving zijn de werknemers en gepensioneerden in de adviserende deelnemersraden evenredig naar hun aantallen binnen het fonds vertegenwoordigd. Bij de oude PSW was het toegestaan om binnen een fonds te besluiten om aan deze raden bovenwettelijk instemmingsrechten toe te kennen. In het oorspronkelijke voorstel voor de nieuwe Pensioenwet werd dit evenwel verboden. Op aandrang van de fracties van PvdA, CDA en D66 in de Tweede Kamer werd dit verbod echter geschrapt, zodat de deelnemersraden, die thans bovenwettelijke instemmingsrechten bezitten deze kunnen behouden. Deze bepalingen van de nieuwe Pensioenwet traden op 1 januari 2007 inwerking. |